In het Hollandscheveld van 1956 wordt het leven van de vierjarige Bertus ten Caat abrupt op zijn kop gezet wanneer zijn vader, Fake, onverwacht overlijdt. Decennia later, na ook het verlies van zijn moeder, ontpopt Bertus zich tot de archivaris van zijn familiegeschiedenis. Tijdens het doorvorsen van vergeelde documenten en gekoesterde herinneringen stuit hij op een raadselachtige envelop, zorgvuldig bewaard door zijn vader.
Wat hij daarin aantreft, is geen alledaagse briefwisseling, maar een poort naar een verbijsterend geheim dat diep geworteld ligt in het verleden. De ontdekking voert hem terug naar het jaar 1883, naar het leven van zijn overgrootouders Pieter ten Caat en Hendrikje Hartman. Daar ontvouwt zich een onwaarschijnlijke ontmoeting tussen Hendrikje en niemand minder dan Vincent van Gogh, een gebeurtenis die niet alleen het lot van de familie ten Caat, maar ook dat van de beroemde schilder voorgoed zou veranderen. In een tweeluik bespreekt Rob Pot dit met Bertus ten Caat. Deze week deel 1 van dit gesprek en volgende week deel 2 in de video rubriek Koopman op pad.
